Extra informatie
De meest waarschijnlijke reden van de verhuizing is de dood van Ymckjes vader, Jacob Feyckes. Liske Reins is toen waarschijnlijk in het boerenbedrijf van zijn grootvader getrokken alwaar zijn grootmoeder, althans in 1780, nog leefde. Wij vinden in 1781 een belastingaanslag die van grootvader op kleinzoon is overgegaan. Uit het R.K. register van Makkum kennen wij het huwelijk van Liske Reins met Frouckje Pybes van Makkum op 20 mei 1775. Uit dit huwelijk werden gedoopt: 17 juni 1776 Ymck Liskes; l februari 1778 REIN LIS-KES; 18 april 1780 PYBE LISKES; 27 januari 1785 Lisckjen Liskes. Bij deze dochter staat aangegeven: posthumus, d.w.z. na de dood van de vader. Verder vermeldt het overlijdensregister: Liske Reins, november 1784. Een sterfdag wordt niet genoemd en het vermoeden bestaat dat hij op zee is verdronken. Wij vonden 7'ijn naam n.l.in de hypo-theekboeken van Wonseradeel onder de kleine schippers van Makkum, die met hun vrachtscheepjes de havens van Engeland en de Oostzee bevoeren.
Lisckjen Liskes overleed op 2 juli 1808 op 23-jarige leeftijd. Frouckje Pybes, de weduwe van Liske Reins, stierf op 21 mei 1814. Zij heeft haar man dus 30 jaar overleefd.
Een onderzoek naar de vermoedelijk zorgelijke omstandigheden, bracht de naam Pieter Sytses (de halfbroer van Rein Liskes) aan het licht in de hypotheekboeken van Wonseradeel. Deze oom van Liske Reins woonde op 10 mei 1778 te Gaast en verkeerde in goede welstand toen hij aan Liske Reins en Frouckje Pybes te Schraard een som van 800 Car. Gids. leende tegen onderpand van hun levende have en verder bezit. De bedongen rente van 3% werd tot 1782 vooruit betaald. Waarschijnlijk is deze geleende som terugbetaald toen de grootmoeder van moe-derskant, Ulckje Douwes, overleed, van wie Liske en Frouckje erfgenamen waren. Op 16 april 1784 werd een nieuwe lening verstrekt,groot 300 Car. Gids., tegen 2j% rente door Aucke Johanneszn. en Tryntje Reins, die een boerenbedrijf hadden te Hieslum. Wederom werd hierbij hun hele bezit verpand. Datzelfde jaar, in november, kwam Liske Reins waarschijnlijk door verdrinking op zee om en reeds op 9 december er op sluit zijn weduwe, Frouckje Pybes, een lening van 200 Car.Gids. tegen een rente van 3% van Hans Ages, boer te Gaast. Zij, als voogdes over haar kinderen, stelt weer haar hele bezit als onderpand. Tot slot een ingeschreven overeenkomst van 25 januari 1796 waarbij Frouckje Pybes, weduwe van Liske Reins, in leven huisman te Schraard, koeien en hooi verkoopt waarvan levering en betaling zal plaatsvinden op 10 mei d.a.v. Uit deze transacties kunnen wij de conclusie trekken dat na genoemde verkoop besloten is in Wons te gaan wonen met haar elfjarige dochter Lisckjen en haar twee zoons Rein en Pybe.
Wij mogen niet nalaten enige beschouwingen te wijden aan het leven van Liske Reins, die met zijn zuster ten huize van de weduwe van Ja-cob Feyckes, Ulckje Douwes, te Schraard aanlandde, waar hun moeder in het huishouden en bedrijf hielp tot haar dood op 20 juni 1762. Zijn zuster Hiltje overleed op 31 maart 1766, op bijna 19-jarige leeftijd.
Liske Reins, geboren 6 februari 1745, was dus wees op 17-jarige leeftijd, huwde op 20 mei 1775 en was dus 30 jaar toen zijn vrouw Frouckje bij zijn grootmoeder introuwde. Bij deze kon men zich ook allesbehalve in weelde baden, gezien haar lage belastingaanslag. Het ligt dan ook voor de hand dat Liske voor steun aan zijn grootmoeder, en later voor onderhoud van zijn gezin, de zee bevaren heeft. Is het niet als vrachtvaarder op verre reizen, dan heeft hij wellicht het bedrijf van zijn voorouders uitgeoefend, n.l. schelpen vissen als materiaal voor de kalkovens. Hiervoor kan de lening van 800 Car.Gids. zijn doel hebben gehad, evenals de volgende lening van 300 Car.Gids., die wel niet voor het huishouding nodig zal zijn geweest. De lening tenslotte, enkele weken na de dood van Liske gesloten, achten wij de bevestiging van het vermoeden dat Liske het leven op zee gelaten heeft, van welk feit de juiste datum niet bepaald kon worden.
De tweede lening van 300 Car.Glds. werd verstrekt door Aucke Johan-neszn. en Tryntje Reins, wonende te Hieslum. Deze Reinsdr. doet ons denken aan verwantschap met Douwe Reins, de vader van Liske Douwes. In het boerenbedrijf van geringe omvang, zoals later bleek 41 ponde-maat (± 14 ha) gehuurd land, heeft de weduwe met haar jonge kinderen zich blijkbaar toch een bestaan geschapen. Het zal een zorgelijk bestaan geweest zijn en wij zullen maar niet denken aan de grote schuldenlast die op het bedrijfje rustte.
Wij moeten hier echter niet de fout maken deze toestand te gaan vergelijken met onze huidige welvaartsstaat. Als we de toestand vergelijken met de situatie voor de gewone man rond 1840, waarbij in de Friese kleiwarenindustrie dagen van 20 uren werden gemaakt (zie begin 2e deel), dan hadden deze mensen het zeker niet slechter dan de gemiddelde arbeider een halve eeuw later; ik vermoed zelfs beter.
Van Ymckje, de oudste dochter, genoemd naar haar grootmoeder, ontdekten we niets meer. Misschien is zij jong gestorven. Rein werd in het timmervak opgeleid terwijl Pybe waarschijnlijk al jong in het boerenbedrijf is terechtgekomen als boerenarbeider.
(H.P. Rynja msc)
Created: 2011-05-20 15:53:15 by: Gerard Edit
Add Info